Gemeenschappelijke kosten doorrekenen aan uw huurder

Verhuurt u een appartement als hoofdverblijfplaats en wilt u de werkelijke kosten doorrekenen aan uw huurder? Sinds 2019 is de kostenverdeling in Vlaanderen vastgelegd in een lijst. In Brussel en Wallonië is dit minder duidelijk.

Wat zijn gemeenschappelijke kosten?

Met gemeenschappelijke kosten bedoelen we alle kosten die gemaakt worden in de gemeenschappelijke ruimtes van een gebouw. Denk aan het onderhoud van een lift, het verbruik van water in een bergruimte, het licht in de hal, de kosten voor de syndicus of de conciërge, poetsdienst, tuinman…

Als bijdrage in de gemeenschappelijke kosten betaalt de huurder doorgaans een vast forfait bovenop de huurprijs. Soms wordt ook gewerkt met een provisie en een eindafrekening van de werkelijke kosten.

In Vlaanderen wettelijk vastgelegd

Voor huurcontracten gesloten na 1 januari 2019 bepaalt het Vlaamse Woninghuurdecreet de verdeling van de meeste gemeenschappelijke kosten. Deze regels zijn bindend en beschermen de huurder. Die mag in geen geval meer betalen dan vooropgesteld.

De volgende kosten zijn verplicht exclusief voor de verhuurder:

  • Onroerende voorheffing
  • Kosten voor huurbemiddeling
  • Risicoanalyse en preventieve inspectie liften
  • Vervangen van grote onderdelen en uitvoeren van modernisaties aan liften

Andere kosten kregen een specifieke verdeelsleutel:

  • Kosten voor conciërge: ¾ voor huurder – ¼ voor verhuurder
  • Kosten syndicus: 1/3 voor huurder – 2/3 voor verhuurder
  • Onderhoudskosten lift: helft voor huurder – helft voor verhuurder

U vindt de volledige lijst van kosten en lasten via de website van de Vlaamse Overheid.

Eigenaarskosten en gebruikskosten

Als u een bepaalde kost niet vindt in de lijst, dan geldt als algemeen principe: eigenaarskosten zijn voor de verhuurder, gebruikskosten voor de huurder.

Dat wil zeggen dat de verhuurder alle kosten draagt die te maken hebben met de eigendom van de verhuurde woning (bv. onroerende voorheffing, huurbemiddelingskost…), en de huurder alle kosten die voortvloeien uit het gebruik van de woning.

Lees ook ons artikel Welke herstellingen zijn voor de huurder en welke zijn voor de verhuurder.

Wat met oudere huurcontracten?

Voor alle huurcontracten die vóór 1 januari 2019 zijn gesloten geldt de lijst niet. Huurder en verhuurder mogen dan zelf de kostenverdeling bepalen en vastleggen in de huurovereenkomst. Elke kost dient wel specifiek vermeld te worden. Een algemene afspraak (bv. “de huurder staat in voor alle gemeenschappelijke kosten”) is niet rechtsgeldig.

Brussel en Wallonië

Voor huurcontracten in Brussel en Wallonië is de verdeling van de kosten en lasten minder duidelijk vastgelegd. Er is een lijst van herstellingen en onderhoudswerken die betaald dienen te worden door huurder of verhuurder, en een opsomming van een aantal kosten in de gemeenschappelijke delen van een gebouw.

  • Een specifiek verschil met Vlaanderen bv is dat in Wallonië het periodieke onderhoud en controle van een lift ten laste van de huurder komt. Grote herstellingen aan de lift en herstel van slijtage worden betaald door de verhuurder.

Voor kosten die niet opgenomen zijn in deze lijsten kunnen huurder en verhuurder onderling afspreken. Zo is het dus – in tegenstelling tot in Vlaanderen – wél toegestaan dat u met uw huurder afspreekt dat hij een groter deel van de syndicuskosten betaalt. De beste oplossing om onduidelijkheid te vermijden is deze afgesproken kostenverdelingen opnemen in het huurcontract.