Eenmalig oriënterend bodemonderzoek voor risicogronden

In 2014 werd het Bodemdecreet gewijzigd. Daardoor dient de vereniging van mede-eigenaars in bepaalde situaties een éénmalig oriënterend bodemonderzoek uit te voeren en te betalen.

Het nieuwe bodemdecreet

Nieuwe verontreiniging voorkomen en historische verontreiniging saneren, dat zijn de belangrijkste doelstellingen van het Decreet voor bodemsanering en bodembescherming. Artikel 30bis bepaalt dat een oriënterend bodemonderzoek op kosten van de vereniging van mede-eigenaars voor 31 december 2014 dient volbracht te worden, althans wanneer er:
1°) vóór de vestiging van de gedwongen mede-eigendom een risico-inrichting was gevestigd op de grond waarop de gedwongen mede-eigendom zich bevindt (bijvoorbeeld: fabrieksgebouw waarin lofts werden ondergebracht).
2°) in de gemeenschappelijke delen een risico-inrichting is/was gevestigd die bestemd is/was ten behoeve van de gedwongen mede-eigendom (bijvoorbeeld: een gemeenschappelijke kelder met een mazouttank van 25.000 liter stookolie).

Wat zijn ‘risico-inrichtingen’?

Als risico-inrichting worden gedefinieerd: fabrieken, werkplaatsen, opslagplaatsen, machines, installaties, toestellen en handelingen die een verhoogd risico op bodemverontreiniging kunnen inhouden en die voorkomen op een lijst die de Vlaamse regering opstelt.

Werkwijze

Indien de VME aan een van de vernoemde voorwaarden voldoet, dient er voor 31 december 2014 een oriënterend bodemonderzoek door een bodemsaneringsdeskundige te worden uitgevoerd. De bodemsaneringsdeskundige neemt een aantal stalen van de grond en het grondwater. Als blijkt dat de bodem is vervuild, worden de probleemplaatsen verder onderzocht. Het beschrijvend onderzoek zal vervolgens uitwijzen of saneringswerken al dan niet noodzakelijk zijn.

Vrijstelling saneringsplicht

Als bij het eenmalig oriënterend bodemonderzoek een verontreiniging wordt aangetroffen die afkomstig is van voormalige activiteiten op de grond, dan wordt de VME vrijgesteld van de saneringsplicht. De VME moet bewijzen dat zij de verontreiniging niet heeft veroorzaakt maar dat die is ontstaan vóórdat de VME de grond in beheer kreeg. In het andere geval zijn de saneringskosten wel ten laste van de VME.

Overdracht kavel

Bij een overdracht van een risicogrond is vanaf 31 december 2014 een oriënterend bodemonderzoek vereist. Als syndicus dienen we hieromtrent dan ook de nodige schikkingen te treffen.
Chris Cailloux