Wanneer geldt de verplichte verzekering van aannemers?

Sinds 01.07.2018 geldt er een verplichte verzekering voor de tienjarige aansprakelijkheid. Voor welke werven en voor welke aannemers geldt dat precies? De minister sprak zich onlangs uit n.a.v. een parlementaire vraag…

De decenale verzekeringsplicht.

De wet is intussen ingegaan… Zoals u wellicht weet, zijn alle bouwactoren (aannemer, architect, ingenieur,…) sinds 01.07.2018 in sommige gevallen verplicht om zich te verzekeren voor ernstige gebreken in de bouw die de stabiliteit in gevaar brengen (wet van 31.06.2017).

Wanneer geldt die verplichting precies? Ze moeten zich enkel verzekeren voor werven waarvoor een bouwvergunning nodig is. De verplichting tot afsluiting van een verzekering geldt bovendien enkel indien een definitieve stedenbouwkundige vergunning voor de werken afgeleverd werd na 01.07.2018.

Privéwoning tot 500.000 euro. De geviseerde constructies zijn de ‘in België gelegen woningen’, dus ongeacht de oorsprong/nationaliteit van de bouwactor in kwestie. Een gebouw wordt beschouwd als woning indien meer dan 50% van de oppervlakte bestemd wordt voor bewoning. De kamers in gemeenschappelijke gebouwen, zoals klinieken, hospitalen, weeshuizen, alsook kamers voor studenten of voor seizoenarbeiders vallen er niet onder.

Let op! De verzekering zal geen esthetische schade of zuiver immateriële schade dekken en ook niet tussenkomen voor materiële schade die het bedrag van 2.500 euro niet overschrijdt.

Ook elektriciens, bezetters, schilders, enz.? Daarover is de wet niet zo duidelijk en daarom bleef er hierover nog veel discussie. In een recente parlementaire vraag geeft minister Peeters aan dat enkel aannemers in de bouwsector die prestaties of werken uitvoeren die de gesloten ruwbouw realiseren, onderworpen zijn aan de verzekeringsplicht (parl. vr. behandeld in parlementaire commissievergadering van 12.07.2018).

Goed om weten. Aannemers die de afwerking uitvoeren, zoals de parketplaatser, de schilder, de loodgieter, de elektricien, enz., zijn volgens de minister dus niet onderworpen aan de verzekeringsplicht. Dit neemt niet weg dat zij wel aansprakelijk blijven voor schade berokkend door hun fouten.

Hoe gaat u daarmee om?

Verzekeringsattest van iedere aannemer. Eens u een vaste prijs voor de werken afgesproken heeft met de aannemer, is die verzekering niet echt uw probleem als bouwheer. De aannemer moet daar immers voor instaan en u een attest bezorgen.  Wanneer u een lening aangaat, zullen zowel de bankier als de notaris bovendien bij u naar dat attest moeten vragen. U heeft dat dus m.a.w. echt nodig…

Een globale werfpolis? In de praktijk is het echter zo dat veel aannemers die kost gewoon doorrekenen aan u als bouwheer. In dat geval is het misschien aan te raden om te kiezen voor de goedkoopste oplossing. Zijn er veel aannemers bezig op een bepaalde werf, dan kan het aangewezen zijn om als bouwheer (of als hoofdaannemer) een globale werfpolis af te sluiten. Dat is meestal goedkoper dan wanneer alle aannemers hun eigen verzekering aan u zullen doorrekenen.

Let op! Een globale werfpolis voor een nieuwbouw van 300.000 euro kost u 3.277 euro extra. Toch is dat goedkoper dan wanneer iedere aannemer zich apart verzekert en die kost doorrekent.

 

Gaat het om de (ver)bouw(ing) van en privéwoning waarvoor er een bouwvergunning aangevraagd wordt, vraag dan de aannemer(s) voortaan om een verzekeringsattest. In antwoord op een parlementaire vraag verduidelijkte de minister dat dit enkel geldt voor aannemers die de gesloten ruwbouw realiseren.